De eerste stappen in de kinderopvang:
o De ouder beslist hoe vaak het kind naar de kinderopvang gaat. De frequentie van de kinderopvang bepaalt de kosten per dag of per twee maanden. In Nederland hebben alle kinderen recht op 6 gratis dagen per week kinderopvang.
Positieve aspecten:
1. Kinderopvang is geen babysitdienst
-schoonmaken, koken en voeden worden gedaan door het personeel van het centrum, zodat er geen hulp van buitenaf nodig is – broodjes tonijn en koude kip worden geserveerd in plaats van hotdogs en marshmallows van tijd tot tijd, soep en koffie.
– Het kind kan in zijn eigen tempo socialiseren – oudere kinderen mogen langer aanwezig zijn, – de oppas van het kind is naast het kind aanwezig en waarschuwt het als het ergens hulp bij nodig heeft, en – het kind krijgt zoveel mogelijk de kans om te socialiseren en vriendjes te worden met het personeel.
2. Kinderopvang is stimulerend
– in het begin alleen gelaten worden met hun dagelijkse taken en onmiddellijk aandacht krijgen – een kind dat zich gekoesterd voelt als het nieuwe dingen meemaakt, zal minder snel een probleem hebben met verlatingsangst of elders om aandacht vragen.
– een kind voelt zich nodig en geliefd en mag zijn omgeving verkennen zonder inbreng van volwassenen – het kan spelen en zijn creativiteit en geest de vrije loop laten, en het belangrijkste… er ontstaat opwinding als het op ontdekkingstocht gaat en nieuwe vriendjes maakt.
– Kinderen die naar de kinderopvang gaan, hebben ruim de tijd om met andere kinderen te spelen – ze kunnen piraatje spelen, zelfs Margret de fluitjes die groen geverfd zijn en versierd zijn met sequenties en tuinen. Ook stellen andere kinderen de academische en persoonlijke leerdoelen vast die een kind heeft en delen die met het kind, terwijl andere kinderen koken.
Negatieve aspecten:
– de taken van de verzorger zijn te zwaar – de verzorger heeft het misschien te druk en moet het kind aan een andere verzorger overlaten die voor hem of haar kan zorgen. Jongere kinderen hebben de onverdeelde aandacht van één verzorger nodig voor de hele dag en jongere kinderen tussen 5 en 12 jaar hebben een oppas nodig die de activiteiten en het schema kan delen, zoals een nanny.
– de relatie van een kind met de verzorger is niet stabiel – het kind kan zich minder zeker voelen om met een verzorger te praten, het kan de bevelen van de verzorger niet leuk vinden, of het kan het gevoel hebben dat de leerkracht niet naar het kind luistert. Een kind kan zelfs een driftbui krijgen als het niet krijgt wat het wil.
– een kind wordt te veel alleen gelaten – persen mag niet, TV mag niet, een kind mag niet praten als het alleen gelaten wordt, een kind krijgt niet de kans om te laten zien of te onderzoeken of beslissingen te nemen. Als een kind te veel alleen wordt gelaten, kan zijn jeugd in gevaar komen.
Positieve aspecten:
– een kind heeft een gestructureerd activiteitenprogramma waaraan het zich moet houden – er zijn gestructureerde taken die ‘s morgens, ‘s middags en aan het begin van de avond moeten worden volbracht – lichaamsbeweging wordt aangemoedigd en de kinderen leren dat het een goede gewoonte is de taken te volbrengen en dit omvat persoonlijke doelen en het eten van tussendoortjes en fruit en vruchtensappen als onderdeel van het programma.
– het kind geniet – tijd doorbrengen met leren en boeken en leren hoe andere kinderen en volwassenen op elke dag reageren is een goede manier om hen voor te bereiden op wat hen te wachten staat.
– er worden in die tijd allemaal vrienden gemaakt – er wordt op gewezen hoe vrienden andere mensen helpen en een kind krijgt de kans om te leren communiceren als een sociale vlinder. Zo leren ze hoe ze pizza en ander eten met een groep kinderen kunnen delen, hoe ze om de beurt een nieuw stuk speelgoed kunnen pakken en het allerbelangrijkste; zich mogelijk zelfverzekerd voelen om meerdere leerkrachten te benaderen en met hen te praten en de leerkrachten houden het kind in de gaten en zorgen ervoor dat het kind zich bij hen op zijn gemak voelt.
Negatieve aspecten:
– kinderen worden te veel alleen gelaten – huiswerk maken en wat boeken doorbladeren is de eerste opdracht – afhankelijk van de activiteiten in de kamer kan dat een grijpgrage bedoening inhouden – als een kind niet vindt wat het zoekt, krijgt het een zenuwinzinking en rent het weg.
– een kind het gevoel heeft dat het wordt geblogd – Sommige kinderen willen een voorbeeld zijn voor hun gedrag en de andere kinderen in de klas verwachten dat ook. Als de kinderen dus weinig aandacht schenken aan hun voorbeeldgedrag bij het maken van garen of tafels, kan dit het plezier eruit halen en kan het minder aanvoelen als spelen en meer als het opvolgen van aanwijzingen.
– kinderen die te veel alleen worden gelaten – dit kan worden opgesplitst in twee verschillende situaties – er kan een kind zijn met te weinig sociaal netwerk en er kan een kind zijn met een grote groep vrienden, daarom moeten ze met alle kinderen praten, naar activiteiten gaan, ze wegbrengen en helpen met opdrachten, ze zullen uiteindelijk de sociale vaardigheden ontwikkelen die ze nodig hebben, als ze de kans krijgen om met kinderen van hun leeftijdsgenoten te spelen.